Duurzaam petfood: wat gebeurt er zoal?

Afbeelding bij artikel
Erik Roberts
Erik Roberts
Product Manager Feed & Petfood
Co-products
29 November 2023
Body tekst

Wat doen petfoodfabrikanten op het gebied van duurzaamheid? De Dibevo-beurs begin oktober leek een mooie gelegenheid om op die vraag een antwoord te vinden. Maar dat bleek lastiger dan gedacht. Veel aandacht kreeg dit thema niet op de beurs. De eiwitbronnen in petfood leken eveneens nog grotendeels hetzelfde als een aantal jaar geleden: voornamelijk dierlijk eiwit. Dus vroegen we een aantal partijen op welke manier de sector bezig is met duurzaamheid. Wat gebeurt er op dit vlak?

Benita Beekhof, verenigingsmanager van branchevereniging NVG, stelt dat hun leden actief bezig zijn met duurzaamheid. “Sowieso is petfood al vrij duurzaam, omdat de sector veel bijproducten uit de voedingsindustrie gebruikt, waaronder dierlijke vetten van categorie 3. Daarnaast worden steeds vaker alternatieve eiwitbronnen toegepast, zoals insecten of plantaardige grondstoffen. Om welke hoeveelheden het precies gaat, weet ik helaas niet.”

Daarnaast stelt Benita dat petfoodbedrijven op andere manieren bezig zijn met duurzaamheid. “Denk bijvoorbeeld aan het reduceren van de carbon footprint binnen het bedrijf, herbruikbare en recyclebare verpakkingen, besparingen op gas, water en energie. Dit geldt zowel voor bij de productie van het voer als bij het vervoer.”

Circulaire ingrediënten

Ook Robert Czuprynski van ProCeres ziet dat duurzaamheid binnen de petfoodsector steeds belangrijker wordt. Het bedrijf is gespecialiseerd in het ontsluiten van granen en het aanbieden van circulaire ingrediënten. “Tot niet zo heel lang geleden werd door petfoodproducenten vooral gekeken naar duurzamere verpakkingssoorten en productie-efficiëntie. Dat zijn, met alle respect, de makkelijke oplossingen. Maar ingrediënten hebben de grootste impact op de CO2-voetafdruk. We zien de laatste jaren in de petfoodbranche de focus langzaam richting ingrediënten verschuiven.”

“Het opwaarderen van reststromen tot een hoogwaardig diervoedingsingrediënt is niet nieuw”, zegt ook Anouk Hagens. Zij is werkzaam als nutritionist bij FeedValid en werkt samen met ProCeres. “In de mengvoersector wordt vooral gebruikgemaakt van reststromen uit economische overwegingen, terwijl we de laatste paar jaar steeds meer belangstelling zien vanuit de petfoodbranche. Zij volgen de duurzaamheidstrend. Lange vingers worden bijvoorbeeld geïsoleerd tot een monostroom, die wordt toegepast als hoge suikertoepassing in petfood.”

‘Plantaardig zien we steeds meer opkomen’

Ook Erik Roberts, productmanager bij Looop stelt dat er vanuit de petfoodbranche altijd vraag is geweest naar circulaire bijproducten. “Wat we wel zien is dat dit punt steeds meer aandacht krijgt en dat de vraag hiernaar vanuit de petfoodbranche groeit.”

Onbeantwoorde vragen

Volgend voorjaar hoopt Proceres duidelijk te hebben wat de impact van hun producten op de CO2-voetafdruk is. Anouk: “Er zijn op dit moment nog veel onbeantwoorde vragen. Hoe kun je exact meten wat een bepaald product met jouw uitstoot doet? Als je bijvoorbeeld in plaats van tarwe, broodmeel gebruikt, is dat gunstig voor jouw voetafdruk. Maar er is nog te weinig data beschikbaar om daar een exact getal aan te hangen. Wij hopen tijdens Interzoo in mei onze circulaire producten te kunnen presenteren inclusief de impact op de CO2-voetafdruk van dat product. Dan hebben we richting de producent ook een duidelijk en eerlijk verhaal.”

Robert voorziet de komende jaren ‘op zeker’ een verdere groei van het gebruik van circulaire ingrediënten in huisdiervoeding. “Petfood volgt altijd de humane trends, duurzaamheid hoort daar zeker bij. Maar we zien bij veel producenten van petfood nog een zekere terughoudendheid omdat het gebruik van circulaire grondstoffen voor veel van hen nog relatief nieuw is.”

Leveringszekerheid lastig

Kwaliteit en continuïteit is bij petfood misschien nog wel belangrijker dan bij diervoeding voor landbouwhuisdieren. “Circulaire grondstoffen zijn flexibel beschikbaar, terwijl producenten – terecht – de garantie willen dat deze producten beschikbaar zijn. Daarin zit een uitdaging. Daarnaast is petfood een dynamische markt, waarin veel private label wordt geproduceerd. Er moet soms ad hoc een specifiek product worden gemaakt, je moet dan maar net op dat moment circulaire grondstoffen voorradig hebben”, legt Robert uit.

Groei in plantaardig

De grootste groei zit volgens Robert in de aardappelmarkt. “Aardappelstukjes of frites die niet geschikt zijn voor de humane sector, drogen wij met behulp van restwarmte, zodat die energie niet verloren gaat. Ook wortelen drogen we met behulp van restwarmte. Het eindproduct wordt vervolgens weer gebruikt door petfoodfabrikanten.”

‘Ingrediënten hebben de grootste impact op de CO2-voetafdruk’

Hij verwacht dat de petfoodsector de komende jaren nog meer op zoek gaat naar vleesvervangers en alternatieve eiwitbronnen. “Plantaardig zien we steeds meer opkomen. Het besef bij huisdiereigenaren daalt langzaam in dat honden omnivoren zijn en dat zij het ook goed doen op voer dat – mede  – is gebaseerd op plantaardige ingrediënten. Dat honden vooral vlees nodig hebben is een wijdverbreid misverstand.”

Erik: “Van oudsher is de petfoodproductie vooral gefixeerd op de vleesindustrie, maar wij zien dat er steeds meer belangstelling komt voor plantaardig. Daarmee volgt het de trend in de humane sector.”

Alternatieve eiwitbronnen

Los van het toenemend gebruik van circulaire grondstoffen in petfood, verwachten Robert en Anouk nog andere ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. “Veel vlees dat wordt gebruikt in petfood komt bijvoorbeeld nog uit Australië, niet echt bevorderlijk voor de CO2-voetafdruk. Het vlees kan echter ook prima uit Europa komen, wat aanzienlijk scheelt in transportkosten”, aldus Robert.

Eigen aardappeldrooglijn

Net als ProCeres/FeedValid ziet ook Erik dat er steeds meer vraag komt naar aardappelproducten vanuit de petfoodindustrie. Het is dus niet gek dat Looop dit jaar is gestart met het drogen van aardappelproducten op een eigen drooglijn. “In petfoods, en trouwens ook mengvoeders, worden weinig natte stromen verwerkt. Deze moeten dus worden gedroogd. Voor het drogen van snippers of afgekeurde frites, maken we gebruik van restwarmte. Deze warmte komt vrij in een externe biomassacentrale die op zijn beurt weer draait op restproducten voor het opwekken van elektriciteit.”

Auteur:
Daniël Kooistra © De Molenaar