Snijresten uit aardappelverwerkende bedrijven verwerkt het Limburgse bedrijf Looop tot zetmeelingrediënt, dat wordt gebruikt om hondenbrokjes te maken. ‘Bij een circulair businessmodel moet je altijd twee kanten opkijken, die van je leveranciers van de reststromen en die van de afnemers aan wie je een product levert.’
Het bedrijf Looop in Venlo verwerkt zo jaarlijks 1,5 miljard kilo rest- en afvalstromen in Noordwest Europa tot opnieuw bruikbare ingrediënten. ‘We zijn continu op zoek naar nieuwe manieren om reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie op te waarderen’, zegt Kelly Vermeer, manager Strategic Business Development bij Looop. Looop is van oudsher een transportbedrijf, sinds vijfendertig jaar houdt het zich ook bezig met de ‘verwaarding’ van reststromen afkomstig van voedingsmiddelenbedrijven. Denk aan aardappelschillen, wei afkomstig van kaasmakers en groente- en fruitreststromen, waar onder meer petfood, veevoer, insectensubstraat of biobased materialen van worden gemaakt.
Business Innovation Program Food
Looop ontwikkelt zelf producten en werkt mee aan innovatieve projecten om nieuwe technologieën voor het bewerken van reststromen te ontwikkelen. Op zoek naar nieuwe toepassingen voor organische reststromen nam Vermeer zo’n vijf jaar geleden deel aan het Business Innovation Program Food (BIPF). ‘Het is een leerzaam programma met begeleiders, die goede trainingen geven en kritische en prikkelende vragen stellen.'
'Je kunt wel een idee in je hoofd hebben, maar je moet goed doorvragen om erachter te komen waar de pijn zit, om het juiste product te kunnen ontwikkelen.'
Petfood en petcare
‘Aardappelsnijresten uit frietfabrieken werden voorheen vaak in veevoer voor de varkenshouderij verwerkt. Wij maken er nu een product van voor petfood. De rauwe aardappelresten drogen we en verwerken we tot ingrediënt voor hondenvoer. Daarvoor is een nieuwe fabriek gebouwd in Ysselsteyn, waar jaarlijks tweeduizend vrachtwagens met aardappelsnijresten worden verwerkt.’ Via BIPF is Vermeer zich ook gaan verdiepen in de petcare-markt. Met als resultaat dat Looop nu 100 procent circulaire kattenbakkorrels produceert gemaakt van onder andere graanresten, die inmiddels in meer dan 70 winkels liggen.
BIPF: sneller tot de kern komen
De trainingen tijdens het BIPF hebben Vermeer ‘op scherp gezet’, waardoor ze bij de ontwikkeling van het nieuwe product sneller tot de kern kwam. ‘Je kunt wel een idee in je hoofd hebben, maar je moet goed doorvragen bij je leveranciers en afnemers om erachter te komen waar de pijn zit, om het juiste product te kunnen ontwikkelen. Ik heb geleerd dat je zelf niet te veel aannames moet doen, maar je stakeholders moet vragen waar ze behoefte aan hebben. Zo toets je of er een levensvatbaar businessmodel in zit.’
Ook het doornemen van de verschillende productmodellen voor verschillende reststromen, heeft Vermeer veel inzichten opgeleverd. ‘Die kennis gebruik ik nu bij de ontwikkeling van nieuwe toepassingen van plantaardige reststromen.’
tekst: Francien van Zetten